- Grüne
- Grüne(r)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord〉1 lid van de milieupartij2 〈verouderd; informeel〉agent, marechaussee, gendarme————————Grüne(s)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; o.〉1 vrije, open natuur, open lucht ⇒ buiten2 groen, groene kleur3 〈informeel〉groen ⇒ bloemengroen; (groene) groente; (groene) kruiden; groenvoer♦voorbeelden:1 draußen im Grünen • (op de) buiten, op het plattelandins Grüne gehen • naar buiten gaan
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch. 2015.